MasterKas met… Cindy van Rijswick
Cindy van Rijswick is Global Strategist voor de sectoren groente, fruit, sierteelt en agrarische toelevering bij RaboResearch Food & Agribusiness. Met meer dan 23 jaar ervaring bij Rabobank en een achtergrond als econoom, analyseert en adviseert zij over trends en ontwikkelingen in de sector. Cindy werkt met een internationaal team en is een bekend gezicht op (inter)nationale congressen. Haar inzichten bieden waardevolle perspectieven op de uitdagingen én kansen binnen de glastuinbouwsector. In dit interview bespreken we schaalvergroting, internationale handel, financiering en de weg naar 2030.
De vorige keer gingen wij in gesprek met Maurice Wubben. Hij stelt de eerste vraag aan Cindy: “Overal in de keten vindt schaalvergroting plaats; ook komt er snel meer extern investeerdersgeld naar de sector. Vind je dat een louter goede ontwikkeling, of heb je ook vraagtekens?”
Cindy: “De toetreding van externe investeerders heeft voor- en nadelen. Het is een trend die je 20 jaar geleden nauwelijks zag in de glastuinbouw, maar tegenwoordig ontvangen wij bij Rabobank regelmatig vragen van investeerders die geïnteresseerd zijn in deze sector. Voor sommige ondernemers is externe financiering noodzakelijk om te groeien, zeker als een bank niet meer in staat is om de volledige financiering te bieden. Investeerders brengen daarnaast vaak andere kennis en ervaring mee, wat bedrijven kan helpen in hun ontwikkeling.”
“Er zijn echter ook risico's. Investeerders die vooral gericht zijn op snelle winst, passen vaak minder goed bij de lange-termijnvisie die nodig is in de glastuinbouw. Gelukkig zien we dat de meeste investeerders zich bewust zijn van de specifieke dynamiek van deze sector, zoals de prijsfluctuaties en de grilligheid van natuurproducten. Uiteindelijk draait het erom dat de mensen die een bedrijf runnen, de juiste kennis en ervaring hebben. Daar ligt de sleutel voor succes. Dat probeer ik in gesprekken met investeerders altijd te benadrukken, dat het telen van groente of bloemen iets heel anders is dan het produceren van een schroefje in een fabriek en je echt de juiste kennis en expertise moet hebben om een teeltbedrijf succesvol te maken.”
De glastuinbouwsector heeft een belangrijke rol in de wereldwijde voedselvoorziening. Welke trends in internationale handel en voedselzekerheid zie jij als bepalend voor de toekomst van de sector?
Cindy: “Hoewel de glastuinbouwsector een cruciale speler is in de productie van hoogwaardige producten zoals groente en fruit, moeten we wel realistisch blijven. De sector is niet direct verantwoordelijk voor de basis voedselvoorziening, zoals tarwe of rijst. Wel speelt de glastuinbouw een belangrijke rol in het voorzien van gezonde, duurzame en hoogwaardige producten, wat vooral relevant wordt in opkomende markten.”
“Twee trends bepalen de toekomst: de toenemende welvaart in opkomende landen en de groeiende vraag naar gecontroleerde teelt door grilliger weer. Supermarkten wereldwijd willen voorspelbare leveringen van kwaliteitsproducten, wat kansen biedt voor kassen. Groeiende aandacht voor duurzaamheid en kortere ketens maakt lokale productie aantrekkelijker, terwijl technologie bedrijven in staat stelt om overal ter wereld gecontroleerd te telen. Ook wordt de internationale handel lastiger door logistieke verstoringen, geopolitieke spanningen en protectionisme. Dit maakt het internationale karakter van de glastuinbouw zowel uitdagend als kansrijk.”

Met de schaalvergroting in de sector lijken kleinere familiebedrijven het steeds lastiger te krijgen. Hoe kunnen zij concurrerend blijven in een markt waar schaalgrootte steeds belangrijker wordt?
Cindy: “Kleinere bedrijven hebben absoluut nog kansen, maar ze moeten wel onderscheidend zijn. Dit kan bijvoorbeeld door nicheproducten te telen of in te spelen op specifieke klantvragen die grote producenten niet makkelijk kunnen invullen. Samenwerken met grotere bedrijven kan ook een strategie zijn, waarbij kleinere bedrijven de flexibiliteit bieden die grotere spelers soms missen.”
“Toch zal het aantal kleinere bedrijven blijven afnemen. Dit komt deels door vergrijzing en het gebrek aan opvolging. Dat betekent niet dat innovatie alleen voor grote bedrijven is weggelegd. Kijk naar voorbeelden uit andere sectoren, zoals Tony’s Chocolonely in de chocolademarkt. Ook in de glastuinbouw is er ruimte voor bedrijven die inspelen op niches of lokaal sterke merken bouwen.”
Kassen worden steeds duurder door meer techniek en overheidsregels. Hoe zit het met de financiering hiervan? Lukt dat op termijn nog zonder private equity?
Cindy: “De kosten voor nieuwe kassen zijn inderdaad flink gestegen, maar uiteindelijk hangt alles af van het verdienmodel. Veel investeringen, zoals dubbele energieschermen en LED-verlichting, betalen zichzelf terug door energiebesparing. Een steeds groter deel van de kosten die nu variabel zijn, bijvoorbeeld voor arbeid of energie, wordt daardoor een (grote) investering vooraf. Nederlandse tuinders hebben daar niet zo’n moeite mee, maar in sommige landen durven ondernemers dat risico helemaal niet te nemen om een grote investering te doen en er dan op te vertrouwen dat het later terugverdiend wordt door lagere kosten voor arbeid of energie. Voor een goed plan is altijd wel geld te vinden, maar het gaat erom wat de ondernemer wil en hoeveel risico hij wil nemen.”
Als je naar de glastuinbouw in 2030 kijkt, welke drie grote veranderingen verwacht je dan?
Cindy: “Twee grote veranderingen springen er direct uit: de sector zal minder afhankelijk zijn van fossiele brandstoffen en van arbeidsmigranten. Energie blijft een cruciaal thema, maar we zien al flinke stappen richting duurzamere oplossingen, zoals geothermie en warmtenetten. Voor arbeidsmigranten geldt dat automatisering en robotisering een steeds grotere rol gaan spelen. Hoewel niet alles volledig te automatiseren is, zullen technologieën als autonome kassen en slimme software bedrijven helpen om efficiënter te werken.”
“Een derde verandering betreft het (verder) verduurzamen van de teelt. Denk aan watergebruik, biologische gewasbescherming en het streven naar volledig circulaire systemen. Als deze ontwikkelingen doorzetten, zal de glastuinbouw zich nog sterker positioneren als een innovatieve, toekomstbestendige sector.”
Waar kijk jij persoonlijk naar uit als je een kijkje in de toekomst neemt?
Cindy: “Wat mij het meest zou enthousiasmeren, is als we in 2030 kassen hebben die netto meer energie leveren dan ze verbruiken. Het concept van ‘Kas als Energiebron’ heeft zoveel potentie. Stel je eens voor dat hele woonwijken profiteren van de energie die door kassen wordt opgewekt – dat zou niet alleen duurzaam zijn, maar ook veel goodwill creëren bij het publiek. Daarnaast zou ik het geweldig vinden om te zien dat we volledig zonder chemie kunnen telen en onze bloemen en planten op een volledig duurzame manier produceren. Als we dat bereiken, staat de glastuinbouw wereldwijd echt op de kaart als koploper in innovatie en duurzaamheid. Ik ben altijd onder de indruk van het ondernemerschap in de sector, zowel bij toeleveranciers als bij telers, dus heb er vertrouwen in dat dit gaat lukken.”
Tot slot, de volgende keer gaan we in gesprek met Robert Solleveld en Dennis Medema, beiden energiespecialist bij Glastuinbouw Nederland. Welke vraag wil je hen stellen?
Cindy: “Welke uitdaging van deze twee zal in 2040 het meest uitdagend zijn voor de Nederlandse glastuinbouw: arbeid of energie? En waarom?”