Masterkas met burgemeester Bouke Arends
Met dit interview sluiten we de MasterKas-rubriek van 2025 af. Een jaar waarin we toonaangevende leiders, ondernemers en experts uit de glastuinbouwsector vroegen naar hun visie op de toekomst van de kas, de sector en de samenwerking daarbinnen.
Voor deze laatste editie gaan we in gesprek met Bouke Arends, burgemeester van gemeente Westland. Vanuit zijn rol als bestuurder én verbinder deelt hij zijn kijk op internationale positionering, de energietransitie en de kracht van samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven. Thema’s die niet alleen 2025 hebben gekenmerkt, maar ook richting geven aan de jaren die volgen.
In 2026 zetten we MasterKas graag voort: inhoudelijk, verbindend en met ruimte voor visie. Maar eerst: een terugblik én een vooruitblik met de burgemeester van het epicentrum van de wereldwijde glastuinbouw.
De eerste vraag komt van Hans Peters, CEO van Priva, met wie wij de vorige keer in gesprek gingen: “Ik zou de burgemeester willen uitnodigen om zich aan te sluiten bij het manifest De eerste duurzame generatie. Dat initiatief brengt bedrijven en organisaties samen die de weerbaarheid, innovatiekracht en toekomstbestendigheid van onze sector willen laten zien. We mogen best wat trotser zijn op wat we hier in het Westland hebben opgebouwd; het epicentrum van de wereldwijde glastuinbouw. Laten we dat samen uitdragen.” Wat is daarop uw reactie?
Bouke Arends: “Toevallig heb ik recent om tafel gezeten met de initiatiefnemers van ‘De eerste duurzame generatie’. Het is mooi om te zien hoe de sector de handschoen oppakt om gezamenlijk naar de toekomst te kijken. We zijn het epicentrum van de wereldwijde tuinbouw, dat mogen we inderdaad best nog beter uitdragen. Met de initiatiefnemers van ‘De eerste duurzame generatie’ gaan we kijken hoe we elkaar hierbij kunnen versterken.”
Burgemeester Bouke Arends, Gemeente Westland
Het was opnieuw een bewogen jaar voor de glastuinbouw en de regio. Als u terugkijkt op 2025: wat was voor u hét moment of de ontwikkeling die de samenwerking tussen gemeente en sector typeerde?
Bouke Arends: “Het bezoek aan Japan. Hier kun je als gemeente laten zien dat je niet alleen zegt dat je het belangrijk vindt, maar je voegt de daad bij het woord. Samen met de sector op een internationaal podium laten zien wat er mogelijk is en de tuinbouw presenteren aan de wereld. Je merkt dat in Azië vooral naar de overheid wordt gekeken als het gaat om het eerste contact en de kennisuitwisseling. Daarna is het aan het bedrijfsleven om het vervolg op te pakken. Die wisselwerking is zeker in Japan erg zichtbaar.”
“Tijdens het bezoek aan Japan hebben we ook diverse regio’s bezocht waar we een tuinbouwrelatie mee hebben. Het beste voorbeeld hiervan is de prefectuur Kochi, waar we al 15 jaar mee samenwerken. De ontwikkeling die de tuinbouw aldaar heeft doorgemaakt laat de effectiviteit van de samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven zien.”
De glastuinbouw vormt het kloppend hart van de Westlandse economie én identiteit. Waar bent u het meest trots op als het gaat om de manier waarop gemeente en bedrijven elkaar versterken?
Bouke Arends: “De gemeente Westland is het papier waarop de geschiedenis van de glastuinbouw geschreven is. De bedrijven maken de sector, de gemeente faciliteert waar het kan. Zo hebben we als gemeente goede contacten bij de provincie en Tweede Kamer en zijn we ons netwerk in de EU aan het opzetten. Sommige fracties luisteren sneller naar een overheid omdat we geen zakelijk belang hebben. Dat opent andere deuren voor de bedrijven zelf. Ik geloof dat we elkaar daarin goed weten te versterken.”
“Ondernemers en de gemeente weten elkaar goed te vinden. Zij zitten vroegtijdig met elkaar aan tafel om te kijken wat er wél kan (bijvoorbeeld rondom arbeidsmigratie en verduurzaming/innovatie). Geothermie is hier een mooi voorbeeld van. Westland is een van de meest vooroplopende gemeenten als het gaat om dit soort duurzame energie.”
De energietransitie blijft één van de grootste opgaven in de regio. Hoe ziet u de rol van de gemeente in het versnellen van die transitie?
Bouke Arends: “De gemeente kan daar op twee manier een rol in spelen. Allereerst door de vergunningen te verlenen die nodig zijn om een verduurzamings-project te realiseren. Daarnaast door te zorgen voor goede ambtelijke en bestuurlijke contacten met het Ministerie van Klimaat en Groene Groei, want verduurzaming is een zaak van dit ministerie. Juist een goede band met het ministerie dat beslist welke sector voorrang krijgt met verduurzamingsprojecten en subsidies is ongelofelijk belangrijk voor de tuinbouw en haar transitie.”
“De gemeente pakt ook een regierol in het samenbrengen van tuinders, netbeheerders, energiecoöperaties en kennisinstellingen.”
U wordt vaak omschreven als een verbinder. Hoe zorgt u ervoor dat partijen met soms verschillende belangen (ondernemers, inwoners, provincie en rijk) samen richting één duurzaam Westland blijven bewegen?
Bouke Arends: “Ik geloof in het directe gesprek met elkaar. Alle partijen hebben hun eigen visies, eigen groeiambities en een eigen belang dat soms de overhand neemt. Als burgemeester heb ik de positie om mensen aan tafel te krijgen en met elkaar te zoeken naar overeenkomsten. Alleen ga je sneller, samen kom je verder. Ik geloof echt dat als je met elkaar in gesprek gaat en overeenkomsten zoekt, je uiteindelijk eerder tot een beter resultaat komt. Gedeelde belangen zijn er bijna altijd, zeker als het gaat om één duurzaam Westland.”
Westlandse bedrijven zijn wereldwijd toonaangevend in kennis en innovatie. Hoe ziet u de rol van de gemeente in het behouden én versterken van die internationale positie?
Bouke Arends: “We krijgen jaarlijks duizenden internationale delegaties in Westland op bezoek. Vaak maken overheden hier deel vanuit. Je merkt dat er overal op de wereld vanuit overheden, zowel nationaal als lokaal, steeds meer aandacht is voor zelfvoorzienendheid. Landen willen in deze tijden niet meer volledig afhankelijk zijn van de import van voeding. Om zelf meer voedsel lokaal te produceren zien ze ons en ons tuinbouwcluster als voorbeeld. Wij ontvangen de delegaties met alle aandacht, omdat wij ook heel erg geloven in lokale voedselproductie, maar dan wel op de meest duurzame manier en met onze Nederlandse kennis en technologie. Daarin zijn wij met ons cluster echt de top van de wereld. Dat blijkt ook uit het grote aantal bezoekers dat we hier mogen ontvangen.”
“Om top van de wereld te blijven kunnen we niet stilzitten, maar moeten we onze positie blijven versterken. Door zelf ruimte te blijven creëren voor kennis en innovatie maar ook door ons bedrijfsleven te helpen bij zijn internationale ambities. Daarom neemt Westland ook deel aan veel internationale werkbezoeken. Soms ga ik als burgemeester mee, als het bedrijfsleven daarom vraagt, maar meestal wordt er ambtelijk deelgenomen. We horen uit onze omgeving, van partners en ontvangende landen, dat het van evident belang is dat de gemeente Westland, als het Sillicon Valley van de tuinbouw, aanwezig is bij zulke internationale bezoeken. Die reizen zijn nodig om de positie van Westlandse bedrijven te behouden en waar nodig te verstevigen en soms zelfs om voet aan de grond te krijgen.”
“We zijn als gemeente ook nadrukkelijk aanwezig in Brussel. Dat zorgt ervoor dat we makkelijker verbindingen kunnen leggen met andere Europese glastuinbouwregio’s.”
Als we vooruitkijken: welke thema’s of kansen ziet u in 2026 als bepalend voor de toekomst van de glastuinbouw en de regio Westland?
Bouke Arends: “De gemeente Westland heeft het initiatief genomen tot het oprichten van een Global Alliance of Horticulture Regions. Een wereldwijd netwerk van tuinbouwregio’s. Dit netwerk biedt de tuinbouwsector de kans om een internationaal netwerk te krijgen dat zich richt op voedselzekerheid. Juist de glastuinbouw kan bijdragen aan die primaire levensbehoefte omdat ze minder afhankelijk is van klimatologische omstandigheden. Juist in de onzekere wereld waarin wij ons momenteel bevinden kan een dergelijk netwerk bijdragen aan regionale stabiliteit, gelet op het feit dat voedselschaarste een bron van instabiliteit kan betekenen.”